BETRAPT!

De meesten onder u hebben, neem ik aan, een uitnodiging ontvangen voor deze opening. De meesten onder u moeten dan zojuist hebben geconstateerd dat ik inderdaad ooit heb geposeerd voor Dick Stapel. Op de uitnodiging staat immers Dicks portret van mij of mijn portret door Dick. Het kan allebei.

Ik heb dus geposeerd. Ik heb drie sessies gehad van een aantal uren waarin ik gestaan heb en Dick mij schilderde. Wat is schilderen? Daarover misschien later. Wat is staan? Uren staan is fysiek redelijk zwaar. Urenlang onbewegelijk staan is onmogelijk. Je beweegt altijd een beetje. Je ademt, je kijkt en je denkt. Je kijkt naar Dick. Daarover later. Je kijkt naar de achterkant van het doek en je kijkt rond in het atelier ergens zoveel hoog in de Indische buurt in Den Haag. Je bekijkt de portretten die er hangen en je vraagt je af wat je ervan vindt. Tamelijk veel acteursportretten zie ik. Sommige vind ik beter dan andere. Waarom?, vraag ik me af. Ik vraag me van alles af tijdens dat staan. Vind ik sommige portretten mooier omdat het portretten zijn van acteurs die ik beter vind? Kunnen betere acteurs misschien beter poseren omdat poseren een vorm van acteren is? Acteren, net als poseren, is toch jezelf een beetje mooier willen voordoen dan je eigenlijk bent. Je woont drie hoog achter met een jaloerse vriendin en anderhalve gestorven plant maar je bent toch ook nog eens de prins van Denemarken. Als je dat overdrijft, dat 'ik ben eigenlijk de prins van Denemarken', dan ben je een slechte acteur. Als je dat overdrijft, dat 'ik ben eigenlijk…', dan noemen mensen je een poseur. Niemand wil een poseur zijn. Zeker niet als ie poseert. Hoe dat te voorkomen? Zo: door dat allemaal te denken. ' Ik poseer niet meer, ik ben'.

Er hangen ook portretten van niet-acteurs. Sommige vind ik heel mooi. Hoe kan dat nou? Die mensen kunnen niet acteren, hoe kunnen ze dan poseren? Of kunnen ze dat juist omdat ze niet acteren, niet bezig zijn met rollen of maskers maar gewoon denken dat ze alleen maar gewoon een paar uur lang gewoon staan te staan: Dick moet maar zien, moet maar kijken.
Tijdens het staan, het denken, het kijken, het bekeken worden, wordt de wereld steeds complexer. Ik zie een schilderij van een jonge vrouw. Dat is de dochter, zegt Dick, van die en die. Die ik allebei ken. Dat is dan de moeder van een van de kinderen van Pierre Bokma, realiseer ik me.
Tijdens een koffiepauze in al dat schilderen en staan blader ik in een boekje op Dicks tafel. Het is een boekje over alle acteursportretten in de Amsterdamse Stadsschouwburg. Het is geschreven door…het is geschreven door de moeder van een van de andere kinderen van Pierre Bokma. En dan moet ik weer gaan staan. Gewoon gaan staan. Na dat staan vraagt Dick me of ik misschien zou willen vragen, of ik misschien een goed woordje voor hem zou willen doen bij…Pierre Bokma. Als ik toen nog gestaan had, was ik zeker omgevallen. Dat is waar je bang voor bent als je poseert. Dat is waar de schilder op hoopt, als jij poseert. Als de wereld ingewikkeld wordt, een probleem, een samenzwering terwijl je alleen maar denkt te hoeven staan, zoveel hoog in de Indische buurt in den Haag.

Wat ik bedoel is: poseer je nog als je ineens denkt aan de vrouwen van Pierre Bokma die je niets aangaan?

Wat ik bedoel: laatst werd ik geïnterviewd op de Vlaamse radio. Vier keer twaalf minuten. Goh, zei ik tegen de interviewer, lekker lang. Op te televisie is dat onmogelijk. Ik had liever drie uur gehad, zei hij, dan heb je kans dat mensen dingen gaan zeggen die ze niet van plan waren te zeggen.

Wat ik bedoel: acteer je pas echt goed als je kunt vergeten dat je acteert? Regelmatig maak ik mee tijdens toneelrepetities dat ik na afloop van een net gespeelde scène nog even die scène doorneem met de acteurs en dat ik dan ineens zeg: zoals je nu kijkt, zoals je het nu zegt, dat bedoel ik! Momenten dat je de acteur, en de rol, betrapt.

Betrappen, dat is wat een schilder doet, dat is wat Dick doet. Het acteren, het poseren onderuithalen, de maskers afrukken. Mensen zo lang laten staan dat ze dreigen om te vallen en ze op dat moment betrappen. Betrappen, daar gaat het om, of je nu schildert of regisseert. Geen poseren meer, geen acteren meer: de kern.
Betrappen is iets wezenlijk anders dan namaken of nabootsen, dat hoort allemaal bij Madame Tussaud en heeft met schilderen niets te maken.

Dick heeft naar mij gekeken maar ik heb ook naar Dick gekeken en ik kan u verzekeren, als ik een acteur die een schilder moet spelen zo zou laten schilderen /acteren als Dick heb zien schilderen /niet acteren, dan zou dat heel slechte kritieken opleveren. Niemand zou dat geloven, zo bevlogen, zo intens, zo bewegelijk, zo maniakaal, alsof hij die ene druppel op moet vangen uit een straal water uit een wijd open staande kraan. Cabaret, zouden de mensen zeggen als een goede acteur het had geprobeerd.

Toen mijn portret door Dick of Dicks portret van mij, na al die uren staan en schilderen eindelijk af was, mocht mijn vriend, die toevallig ook Dick heet, het zien.
En, vroeg onze Dick, is dit Gerardjan?
Ja, zei mijn Dick, zo staat Gerardjan.
Daar ben ik blij om, zei Dick.
Ik ook, Dick. Jij was de regisseur, ik de acteur en mijn Dick was het publiek en wat waren we goed!
Ik hoop dat je Pierre Bokma nog eens kunt betrappen. Als het iemand zou kunnen lukken, dan ben jij dat.

Gerardjan Rijnders, 1 october 2005